Waarom speciale bonsaivoeding?

Bonsai groeien in kleine potten met beperkte grond. Daardoor is gerichte bonsaivoeding nodig om tekorten te voorkomen en compacte groei te stimuleren. Te stikstofrijke, algemene plantenmest veroorzaakt snel lange scheuten en verlies van vorm.

Soorten bonsaimest

• Organische mest (korrels/tabletten): langzaam werkend, voedt ook het bodemleven; stabiele, natuurlijke groei.
• Vloeibare mest: snel opneembaar; handig om mee te geven met gietwater voor een snelle boost.
• Mesttabletten/korrels: eenvoudig te doseren, langdurige afgifte; populair bij beginners en gevorderden.

Combineer organisch (basis) met vloeibaar (bijsturing tijdens piekgroei of herstel). Kies waar nodig tussen binnen- en buitenbonsai varianten.

NPK & micronutriënten (Fe, Mg, Zn)

N (stikstof) = blad/scheutgroei, P (fosfor) = wortels/bloei, K (kalium) = weerstand/stevigheid.

Micronutriënten: Fe tegen chlorose, Mg voor fotosynthese, Zn voor enzymwerking en groei. Het juiste evenwicht verschilt per soort en seizoen.

Voedingsschema per seizoen

• Lente: meer N voor krachtige start.
• Zomer: gebalanceerd; eventueel vaker vloeibaar op lagere dosering.
• Herfst: N afbouwen; focus op K (en P) om te verhouten en winterklaar te maken.
• Winter: buitenbonsai rust = geen voeding; tropische binnenbonsai (bijv. Ficus) licht blijven voeden.

Dosering & toepassing

• Vloeibaar: doorgaans 3–5 ml/L water (merkafhankelijk).
• Organische korrels: verversen elke 4–6 weken of volgens verpakking.
• Altijd op vochtige grond toedienen; nooit op kurkdroog substraat.
• Bij voorkeur regenwater i.p.v. hard kraanwater voor betere opname.

Veelgemaakte fouten

• Te veel mest: wortel- en bladschade.
• Verkeerde mestsoort: binnen- en buitenbonsai verschillen.
• Alleen lente bemesten: ook zomer/herfst bemesten (met aangepaste verhoudingen).
• Op droge grond mesten: altijd eerst licht water geven.

Veelgestelde vragen

Hoe vaak bemesten?

Elke 2–4 weken in het groeiseizoen. In de rustperiode sterk minderen of stoppen (behalve tropische binnenbonsai).

Kan ik gewone plantenmest gebruiken?

Niet aan te raden; vaak te sterk of ongebalanceerd voor bonsai in kleine potten.

Welke mest kies ik?

Stem af op soort (binnen/buiten), seizoen en groeifase: lente meer N; zomer gebalanceerd (bijv. 6-6-6/10-10-10); herfst minder N, meer K en P.

Organisch vs. mineraal

Organisch: geleidelijke afgifte, stimuleert bodemleven, verbetert structuur en stabiliseert pH; bescherm korrels met mestkorfjes. Mineraal (vloeibaar): werkt snel en is ideaal na verpotten/snoeien; dosering strikt volgen.

Per type bonsai

• Coniferen: minder N; relatief meer K voor stevige naalden en takken.
• Loofbomen: in lente extra N, later seizoensgebalanceerd.
• Bloei/vrucht: extra P en K voor bloem- en vruchtzetting en duurzaamheid.

Micronutriënten & chlorose

Let op geel blad met groene nerven (Fe-tekort). Corrigeer met geschikte mest; Mg voor diepgroen blad, Zn voor celdeling/groeiregulatie.

pH & waterkwaliteit

Bonsai groeien vaak best bij pH 5,5–6,5. Hard kraanwater kan pH verhogen en opname van o.a. Fe/Mg hinderen. Gebruik regenwater of een licht pH-verlagend product indien nodig.

Koppelkansen

• Voeding + luchtig substraat (akadama/puimsteen) = betere bereikbaarheid voor wortels.
• Voeding + snoei = herstel ondersteunen na ingrepen.